
Welzijn van werknemers is flink verbeterd tijdens corona
In alle bedrijfssectoren is het welzijn van de werknemers tijdens de lockdown fors toegenomen. Waar in de jaren voor het geplaagde coronajaar 2020 werknemers kleine verbeteringen ervoeren in hun welzijn, groeide dit het afgelopen jaar in een keer met 12 procent. Dit blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor die ABN AMRO voor het eerst heeft uitgebracht. De coronapandemie heeft pijnpunten blootgelegd over de jaren ervoor.
Download het volledige rapport
(Ziet u geen download of kunt u het rapport niet downloaden? Upgrade uw browser dan naar de meest recente versie.)
De monitor bestaat uit zeven categorieën: werkprivébalans, gezondheid, persoonlijke ontwikkeling, economie, gelijke kansen, veiligheid en klimaat. Deze categorieën zijn weer onderverdeeld in 88 variabelen waarvoor data zijn verzameld bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), TNO en andere openbare bronnen. Via een survey van PanelWizard onder meer dan 2000 werknemers uit 17 onderzochte sectoren hebben de variabelen een gewicht gekregen. Samen bepalen zij het welzijn in een sector in een samengestelde index.
Doel van deze monitor is om de prestaties van bedrijven en sectoren kwantitatief te toetsen aan meer dan alleen economische groei. Groei en welzijn gaan namelijk niet altijd samen. Zo kan de aanleg van een snelweg extra economische groei creëren, maar druk zetten op de leefomgeving van planten en dieren. En zo kan een werknemer die overwerkt een bedrijf laten groeien, maar minder tijd hebben voor het gezin. De OECD, het CBS en de Universiteit Utrecht hebben elk een brede welvaartsmonitor uitgebracht. ABN AMRO heeft met de welzijnsmonitor een sectorale variant gemaakt, waarbij wordt gekeken naar de toegevoegde waarde van de sector voor de werknemers.
Haaks
Uit de monitor blijkt dat de welzijnsgroei uit 2020 haaks staat op de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) in dat jaar. Het welzijn van de medewerkers nam vorig jaar toe, terwijl de economie een flinke dip te verduren had. In eerdere jaren waarin de economie groeide, nam juist het welzijn van werknemers af of slechts mondjesmaat toe. De Universiteit Utrecht concludeerde eerder dit jaar naar aanleiding van hun brede welvaartsmonitor1 , waarbij naar alle ingezetenen wordt gekeken, dat de brede welvaart na een economische dip wel wordt geraakt en vervolgens trager herstelt dan de economische groei2. Zou dit ook voor het welzijn binnen de sectoren gelden, dan ontstaat mogelijk volgend jaar een dip in het welzijn.
Evenwicht
Voor het jaar 2020 lijkt het vele thuiswerken, waardoor de werkprivébalans beter in evenwicht kon worden gebracht, een belangrijke oorzaak voor het toegenomen welzijn. In het coronajaar waren hierin veel verbeteringen zichtbaar. Ouders waren dichter bij hun kinderen, sporten kon makkelijker in de lunchpauze en de reistijd kon in andere zaken worden gestoken.
Daarnaast waren er nog meer variabelen die positief uitvielen, zodat het welzijn van de werkende Nederlander verbeterde. Zo konden werknemers meer autonoom werken, bleven burn-outklachten vaker uit, konden collega’s elkaar in een digitaal kantoor minder pesten en kwamen seksueel ongewenste toespelingen minder voor. Een andere belangrijke variabele die afnam is intimidatie, ook door bijvoorbeeld klanten en patiënten. Diverse sectoren hebben hiermee te maken. Dit speelt vooral in de zorg, waar het percentage medewerkers dat met intimidatie door patiënten en andere bezoekers te maken heeft met 32 procent het hoogst ligt.
Senang
In de vastgoedsector, de sector technologie, media en telecom (TMT), bij de overheid en in de financiële wereld voelen werknemers zich het meest senang. De agrarische sector, de bouw en de zorg maakten daarentegen vorig jaar de grootste welzijnsgroei door. Daarbij viel het in de bouw op dat werknemers zich veel veiliger hebben gevoeld dan in voorafgaande jaren. De bouwplaats was weliswaar open, maar er golden sterke restricties die de kans op ongelukken deden afnemen.
De werkprivébalans komt prominent naar voren in de uitslagen. Dit heeft mede te maken met het gewicht dat hieraan is gegeven. Categorieën die gaan over de persoonlijke leefomgeving krijgen van de respondenten het hoogste gewicht mee bij de bepaling van hun welzijn. Veiligheid en het klimaat worden relatief minder belangrijk gevonden bij de bepaling van het welzijn en tellen zodoende minder zwaar mee.
Om een vergelijking te maken: de werkprivébalans krijgt een weging van 20 procent voor de totale index, het klimaat ruim 7 procent. Doordat alle sectoren in de werkprivébalans verbetering laten zien – zelfs sectoren waar thuiswerken minder goed mogelijk is, zoals de industrie en transport en logistiek scoren op deze categorie beter – heeft dit vanzelfsprekend een meer dan evenredig effect op de totale uitkomst.
Klimaatneutraal
Het gewicht dat de werknemers geven heeft mogelijk te maken met het feit dat de thema’s als klimaat, economie en veiligheid verder afstaan van de directe omgeving en mogelijk te abstract zijn om een beeld bij te vormen. Voor de werkgever die zich hard maakt tegen klimaatverandering kan dit een overweging zijn het klimaat als thema meer onderdeel te maken van bijvoorbeeld de persoonlijke ontwikkeling of door de connectie te leggen tussen de gezondheid van de medewerker en een gezond klimaat. In de transitie naar een klimaatneutraal bedrijfsleven biedt dit een andere kijk op de aanpak en de maatregelen die moeten worden genomen.
De werknemers in de vrijetijdssector, die grote delen van het jaar was gesloten, ervoeren ook een verhoogd welzijn. Een van de verklaringen is dat werknemers uit de branche cultuur, sport en recreatie meer inspraak hebben gekregen over de volgorde van hun werkzaamheden en hun werktempo. Dit heeft een positieve invloed op hun welzijnsscore. Verder waren er minder ongelukken, eenvoudig omdat er minder werd gewerkt.
Duidelijke verschillen zijn er bij persoonlijke ontwikkeling. Ook hier deden bijna alle sectoren het in het afgelopen jaar beter, maar bijvoorbeeld in de retailsector worden werknemers relatief weinig door hun leidinggevende gestimuleerd nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Een lage opleidingsdeelname geldt overigens voor meer sectoren die relatief dicht bij de consument staan. Zo liggen de scores in de sectoren leisure en agri rond de 27 procent. Dat is lager dan in alle andere sectoren en steekt bovendien schril af tegen de persoonlijke ontwikkeling in de energie-, vastgoed- en TMT-sector, waar ruimschoots meer dan de helft van de werknemers een opleiding volgt. Overigens zijn dit doorgaans sectoren waar meer hoogopgeleide mensen werken. In de meeste sectoren volgen lageropgeleiden minder scholing dan hogeropgeleiden.
Aanbevelingen
1. Kijk verder dan alleen groei
Dat het welzijn binnen de sectoren juist in een jaar is toegenomen waarin de economie op slot ging, sociaal weinig contact mogelijk was en veel werknemers aan de keukentafel hun werk deden, zegt veel over wat mensen belangrijk vinden en wat hun welzijn doet bepalen. Het geeft ook aan dat breder kijken dan het bruto binnenlands product van toegevoegde waarde kan zijn. Werknemers die een goede werkprivébalans ervaren, zijn mogelijk meer gemotiveerd en hebben minder stress dan werknemers die verplicht worden op gezette tijden op de werkvloer aanwezig te zijn. Tevreden werknemers leveren doorgaans meer waarde op voor de onderneming. Dit betekent dat bij elke strategische keuze die een bedrijf maakt, het welzijn van de medewerker in de afweging wordt meegenomen.
2. Wie veranderen wil, spreekt mensen aan op dat wat dicht bij hen ligt
Door de wegingen die meer dan 2000 werknemers uit diverse sectoren hebben gegeven aan de zeven categorieën van de sectorale welzijnsmonitor, is te zien wat zij belangrijk vinden. Dat zijn alle zaken die dichtbij de mensen zelf liggen, zoals de werkprivébalans, gezondheid en persoonlijke ontwikkeling. Veiligheid, economie en klimaat staan veel verder van de mensen af en worden dan ook minder belangrijk gevonden. De ondernemer of politicus die bijvoorbeeld wil dat er meer klimaatvriendelijk wordt gehandeld, spreekt de mensen niet aan op de ongelukken die ver weg door klimaatverandering ontstaan, maar zoekt een gevolg van de klimaatverandering dicht bij huis. Pas wanneer mensen in hun eigen leefsfeer maatregelen moeten nemen, worden abstracte zaken als klimaat als belangrijk ervaren, zoals ook blijkt het grote belang dat mensen hechten aan de werkprivébalans.
3. Bied lager opgeleiden vaker een opleiding aan
Hogeropgeleiden hechten meer waarde aan het volgen van een opleiding, maar zowel lager- als hogeropgeleiden vinden het belangrijk om gelijke kansen te krijgen. Nu zijn het vooral de hogeropgeleiden die deelnemen aan een opleiding. Van de lageropgeleiden heeft drie op de tien in de laatste jaren een cursus of opleiding gevolgd voor werk, terwijl dit onder de hogeropgeleiden voor bijna zes op de tien geldt. Om werknemers zoveel mogelijk gelijke kansen te geven, moet een werkgever het opleidingsaanbod voor alle groepen zo aantrekkelijk mogelijk maken. Daarnaast is het aan de werkgever om de lageropgeleiden te stimuleren tot het volgen van een opleiding en te werken aan de persoonlijke ontwikkeling. Dit kan het welzijn van de werknemers op de lange termijn verbeteren.
4. Leer van de positieve effecten van de crisis
Tijdens de coronapandemie is het welzijn onder werknemers op diverse vlakken toegenomen. Nu het aantal besmettingen terugloopt en de maatregelen worden versoepeld, staan werkgevers voor de keuze: welke elementen van het massale thuiswerkexperiment kunnen worden meegenomen naar de periode na corona, zodat de welzijnsvoordelen die hieruit voortvloeien een meer structurele aard krijgen?
Voor een deel van de voordelen zal dit onmogelijk blijken. Immers, de werknemer die dankzij de NOW-regeling wordt doorbetaald maar minder hoeft te werken, zal wellicht een lage werkdruk ervaren en weinig overuren maken. Deze situatie is niet houdbaar. Daarentegen zal de onzekerheid over het behoud van werk mogelijk afnemen, nu blijkt dat de economie zicht stevig herstelt.
Op diverse andere vlakken kunnen wel lessen worden geleerd. De coronapandemie heeft in feite veel pijnpunten blootgelegd over de jaren ervoor. Pestgedrag, intimidatie en ongewenste seksuele aandacht kwamen vorig jaar plotseling minder voor, werkplekken werden veiliger ervaren. Het werk zat bovendien privé minder in de weg. Terug naar waar we vandaan komen, lijkt ongewenst. Als werkgever is het van belang te ondervinden welke stappen kunnen worden gezet om te zorgen dat in het tijdperk na corona de goede dingen uit de crisis blijven bestaan.
Juist omdat de pijnpunten per werkgever verschillen, is het van belang goed te luisteren naar waar werknemers tegenaan lopen. In een enquête van vakbond FNV eerder dit jaar beklaagden werknemers zich over de arbeidsrisico’s, waarbij driekwart van hen aangaf dat de werkgever deze risico’s niet serieus neemt4. Sta open voor de ervaringen die de werknemers vanuit het afgelopen jaar meenemen naar de werkvloer. In de bijlage is de volledige publicatie te vinden, waarin de belangrijkste conclusies per hoofdcategorie worden gedeeld.
Meer informatie
Lees het volledige rapport 'Hoe het welzijn van werknemers zich in de afgelopen zes jaar heeft ontwikkeld'.
Lees meer sectoroverstijgende artikelen
Naast de ontwikkelingen en kansen die zich in specifieke sectoren voordoen, zijn er ook volop actuele zaken die effect hebben op alle sectoren. Van klimaatbeleid en verkiezingen tot personeelstekorten en grondstoffenprijzen.