Javascript is required

De nieuwe pensioenwet: belangrijke wijzigingen voor werkgevers en werknemers

Kennisartikel
Pensioen

De nieuwe pensioenwet wordt gezien als een mijlpaal in de herziening van het Nederlandse pensioenstelsel. Er verandert veel voor pensioenuitvoerders, werkgevers en deelnemers. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen. We leggen uit wat dit voor jou betekent.

Waarom een nieuw pensioenstelsel?

Het pensioenstelsel moest toekomstbestendiger worden gemaakt. Zo is het oude pensioenstelsel gebaseerd op het uitgangspunt dat men het hele leven bij één werkgever werkt. In deze tijd veranderen mensen vaker van baan. Het nieuwe stelsel kan gunstiger zijn voor mensen met kortere arbeidscontracten.
Daarnaast kent het oude pensioenstelsel ‘gegarandeerde’ pensioenuitkeringen. Door de al jarenlange lage rentestand en de stijging van de levensverwachting, werden er in het oude stelsel grote buffers aangehouden. Daardoor zijn veel pensioenuitkeringen al jaren nauwelijks gecorrigeerd voor inflatie. Soms zijn de uitkeringen zelfs gekort.

Uitgangspunt van het nieuwe pensioenstelsel

De ingelegde premies en het rendement dat dit geld heeft opgeleverd, zijn bepalend voor de hoogte van de toekomstige pensioenuitkering. De zogenaamde eind- of middelloonregelingen zijn daarmee verleden tijd.

Het uitgangspunt is een gelijkblijvend premiepercentage voor iedereen. Deze premie is maximaal 30% van de pensioengrondslag. Dit is het salaris verminderd met het deel waarover je later AOW ontvangt. In het oude stelsel kan de premie meestijgen met de leeftijd.

Een gelijkblijvend premiepercentage

Een gelijkblijvend premiepercentage betekent dat binnen een regeling voor iedereen - jong of oud - bij hetzelfde salaris, dezelfde pensioenpremie geldt. Bij een gelijkblijvende premie kunnen jongeren relatief meer pensioen opbouwen dan ouderen. Dit komt doordat hun premie-inleg langer kan renderen. Dit heeft gevolgen voor de groep mensen die nu ongeveer 45 jaar of ouder is. Mensen die al jaren aan het werk zijn, hebben de jonge jaren waarin zij extra pensioen zouden hebben opgebouwd, gemist. 
Het nadeel voor deze groep moet worden gecompenseerd. Die compensatie zal per werkgever en pensioenuitvoerder (zoals het pensioenfonds of de verzekeraar) verschillen.

Verder gebruiken pensioenfondsen in het oude stelsel de systematiek van de doorsneepremie. In dit systeem betaalt de jongere mee aan het pensioen van de oudere werknemer. Dat was in deze systematiek geen probleem: deze ouderen hebben dat ook gedaan voor de ouderen van toen. En de jongeren van nu zouden dat op hun beurt voor hen hebben gedaan. Door het afschaffen van de doorsneepremie heeft deze groep mensen te veel betaald.

Hoe dit gecompenseerd gaat worden, is per pensioenfonds verschillend. De fondsen staan er financieel verschillend voor en ook de leeftijdsverdeling per fonds is niet hetzelfde.

Het nabestaandenpensioen en wezenpensioen

Het nabestaandenpensioen dat ingaat bij overlijden vóór de pensioendatum is niet langer afgeleid van het te bereiken ouderdomspensioen maar van het salaris. Daarmee kan het hoger uitkomen dan in het oude stelsel. Het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum is maximaal 50% van het pensioengevend salaris. Het wezenpensioen is maximaal 20% van het pensioengevend salaris. Deze aanspraken worden op risicobasis verzekerd. Dit betekent dat de dekking vervalt bij het einde van het dienstverband. Als de deelnemer overlijdt na het einde van het dienstverband, dan is er behalve automatische voortzetting voor een korte periode, in principe geen recht meer op nabestaandenpensioen. Bij een overgang naar bijvoorbeeld ondernemerschap of periodes tussen twee banen, verdient dit punt extra aandacht.

Is het ouderdomspensioen ingegaan? Dan verandert het partnerpensioen dat ingaat bij overlijden niet vergeleken met het oude stelsel. Dit betekent dat een deel van het opgebouwde pensioenkapitaal kan worden gebruikt voor ouderdoms- en partnerpensioen.

Ondernemers en werknemers zonder pensioenregeling

Ondernemers en werknemers zonder pensioenregeling hebben dezelfde ruimte voor opbouw van oudedagsvoorzieningen gekregen als werknemers met een pensioenregeling. Het aftrekpercentage voor lijfrente is daarom 30% (met in 2025 een maximum van € 35.798) van de premiegrondslag. Dit is het inkomen min het deel waarover je later AOW ontvang. Meer hierover lees je in ons artikel 'Pensioen voor ondernemers: AOW aanvullen met lijfrente'.

Overgang van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel

Sommige werkgevers kunnen gebruikmaken van overgangsrecht. Dit zijn werkgevers die op 30 juni 2023 een pensioencontract hebben met een leeftijdsafhankelijke premie bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling. Omdat de kosten van compensatie voor deze werkgevers hoog op kunnen lopen, mogen zij ervoor kiezen om bestaande werknemers in de oude regeling te houden. Voor die werknemers verandert er niets. Zij hoeven daarom niet te worden gecompenseerd.
Werknemers die worden aangenomen vanaf 1 januari 2028 moeten deelnemen aan een pensioenregeling die wel voldoet aan de nieuwe pensioenwet. Bij deze werkgevers lopen er dus twee pensioenregelingen naast elkaar.

Nieuwe keuzemogelijkheden

Deelnemers aan een pensioenregeling krijgen met de invoering van de nieuwe pensioenwet, afhankelijk van het pensioencontract, nieuwe keuzemogelijkheden. Pensioenuitvoerders zijn verplicht alle informatie die daarvoor nodig is aan te bieden. Zij moeten ook zorgen voor een goede keuzebegeleiding. Er zijn in dat kader geen nieuwe regels voor werkgevers gesteld. 

Dat neemt niet weg dat de werkgever er wel verstandig aan doet de werknemer goede voorlichting of begeleiding te geven, zodat deze de juiste keuzes kan maken. Dit draagt ook bij aan het inzicht van werknemers in hoeveel de werkgever bijdraagt aan het pensioen en daarmee aan de waardering voor het arbeidsvoorwaardenpakket.

Tot slot

De nieuwe pensioenwet raakt pensioenuitvoerders, werkgevers en werknemers. En oud-deelnemers, pensioengerechtigden en (ex)partners. Pensioenuitvoerders en sociale partners moeten keuzes maken. Dan zijn de pensioenuitvoerder en de werkgever aan zet om de deelnemers zo goed mogelijk te begeleiden bij het maken van de juiste keuzes. 
Wil je meer weten over jouw verantwoordelijkheden als werkgever in het nieuwe pensioenstelsel? Kijk dan op de website werkenaanonspensioen.nl.

Lees ook

Je inkomen voor later

Het is begrijpelijk dat je wel eens denkt aan je pensioen. Je bouwt als ondernemer geen pensioen op via een werkgever, dus je moet het zelf regelen. De regels en mogelijkheden voor pensioenopbouw verschillen per soort ondernemerschap. Bekijk de mogelijkheden.

Hulp nodig? Schakel gratis onze adviseurs in

Als ondernemer steek je veel tijd in je bedrijf. Maar investeer je ook genoeg in je eigen toekomst? Speciaal voor ondernemers die hun pensioen goed geregeld willen hebben, staan onze adviseurs klaar. Gratis en vrijblijvend.  

Bijvoorbeeld bij vragen als: 

  • Wat is mijn inkomen als ik stop met ondernemen?
  • Hoeveel jaarruimte heb ik?
  • Wat zijn de belastingvoordelen van banksparen?
  • Hoe bouw ik extra vermogen op?
  • Wat kan ik aftrekken bij m’n belastingaangifte?

Meer over pensioen