Een uitkering uit een overlijdensrisicoverzekering is geen erfenis. Maar toch kan de uitkering worden belast met erfbelasting. Soms kan dat worden voorkomen. Hierna leest u wanneer dat kan en hoe dat dan gaat.
Stel dat u voor uw kinderen een bedrag van € 100.000 wil verzekeren bij uw overlijden. U kunt dat doen door een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten, waarbij uw kinderen begunstigden zijn van de uitkering. Bij uw overlijden krijgen uw kinderen dan een aanspraak op de verzekeraar. In strikte zin is dat niet hetzelfde als het krijgen van een erfenis. Maar het houdt wel verband met uw overlijden.
De Successiewet die de erfbelasting regelt, kent hiervoor een regeling. De uitkering uit de levensverzekering wordt geacht een erfenis te zijn. Voor uw kinderen betekent dit dat zij de uitkering voor de erfbelasting moeten optellen bij hun 'echte' erfenis.
Een voorwaarde om de uitkering uit de levensverzekering als een erfenis te zien, is dat er iets uit uw vermogen is onttrokken. Daarvan is sprake als u de verzekering afsluit en de premies betaalt. Maar hiervan is geen sprake als uw kinderen de verzekering afsluiten en de premies betalen.
Waar betalen zij die premies van? Wellicht met een schenking die zij van u krijgen. Een econoom kan zeggen dat het geld nog steeds uit uw vermogen komt, maar voor deze regeling is dat in dit geval niet meer zo. De uitkering uit de levensverzekering valt hierdoor niet onder de erfbelasting. Mogelijk geldt er wel schenkbelasting over de jaarlijkse schenkingen die u doet.
U moet zich in deze situaties realiseren dat regelingen in uw testament niet gelden voor de verzekeringsuitkering. Denk bijvoorbeeld aan de uitsluitingsclausule, een bewind of de tweetrapsmaking. Bij een levensverzekering krijgen uw kinderen als uitgangspunt het geld 'vrij in handen'.
Zijn die bepalingen belangrijker voor u dan de besparing van erfbelasting? Dan kan een oplossing zijn dat u de uitkering zelf krijgt en u deze via uw nalatenschap bij uw kinderen terecht laat komen. Dan is het voor uw kinderen een ‘echte erfenis’. Of wellicht kunnen de bepalingen aan de schenkingen worden gekoppeld en zo doorwerken in de verzekeringsuitkering. Als dit voor u speelt, is het verstandig advies van uw notaris in te winnen. Het is ook belangrijk dat de verzekeraar de situatie goed kent en eraan meewerkt.
Stel nu dat u een uitkering wilt verzekeren voor uw partner, en uw partner voor u. Wellicht omdat bij overlijden van één van u de ander de hypotheekschuld kan aflossen. Ook in deze situatie kan mogelijk erfbelasting over de uitkering worden voorkomen. Er moet dan sprake zijn van ‘kruislings verzekeren’. Hierbij wordt de premie gesplitst en betaalt u de premie voor het overlijdensrisico van uw partner en uw partner betaalt de premie voor u.
Echter, dit werkt alleen als de premies niet uit een gezamenlijke pot komen. Daar is geen ontkomen aan bij een huwelijk in de algehele gemeenschap van goederen. Dan wordt de premie altijd geacht te komen uit het gemeenschappelijke vermogen. Mocht u overlijden, dan wordt de helft van de uitkering voor de erfbelasting tot uw nalatenschap gerekend. En andersom als uw partner als eerste overlijdt.
Als er in uw geval sprake is van huwelijkse voorwaarden of u bent samenwonend, dan kan er wel sprake zijn van betalen van de premie uit eigen vermogen. Kruislings verzekeren is dan een mogelijkheid. Maar dan moet niet via een andere regeling alsnog een gezamenlijke pot zijn gemaakt. Bijvoorbeeld door de bepaling dat verzekeringspremies tot de huishoudkosten behoren of ze in een verrekenbeding te betrekken. Het komt dus aan op de details. Als dit voor u speelt, doet u er goed aan dit door een deskundige te laten controleren.
Een valkuil is dat dit aspect over het hoofd wordt gezien als u uw relatieregime wijzigt. Bijvoorbeeld bij het wijzigen van huwelijkse voorwaarden.
Overigens hebben partners voor de erfbelasting een royale vrijstelling (maximaal € 795.156 in 2024). Wel wordt het aanvullend nabestaandenpensioen in mindering gebracht op de vrijstelling voor partners. In 2024 is de partnervrijstelling minimaal € 205.420.
Het punt is dat partners alleen een probleem hebben voor de erfbelasting als de vrijstelling wordt overtroffen. In de meeste gevallen is dat niet zo. Dat een uitkering uit een levensverzekering als een erfenis wordt gezien voor de erfbelasting, leidt dan niet tot een nadeel. De uitkering valt in de partnervrijstelling en er hoeft geen erfbelasting te worden betaald. Maar ook hier geldt: hoe dit precies uitpakt is afhankelijk van uw situatie. Bekijk dit dus goed met een deskundige.