Verminder de studiekosten van uw kind

Begin zo vroeg mogelijk met geld opzij zetten. Hoe eerder u begint, des te minder u per maand apart hoeft te zetten. Maak meteen een berekening en een plan om iedere maand geld opzij te zetten voor de studie van uw kind. 

Maak een plan

Wie de rente op een reguliere spaarrekening te laag vindt en een geldbedrag opzij kan zetten voor langere tijd, kan kiezen voor een spaardeposito. Dit is een soort spaarrekening waarop u een vast bedrag stort voor een bepaalde, langere, periode. Wilt u uw geld opnemen voordat de looptijd is afgelopen, dan betaalt u in de meeste gevallen een boete. De spaarrente op een spaardeposito ligt nu in de meeste gevallen hoger dan op een reguliere spaarrekening.

U kunt er ook voor kiezen om te gaan beleggen. Dat betekent dat u geld investeert in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of beleggingsfondsen. Stijgt de koers, dan behaalt u rendement, daalt deze, dan neemt de waarde van uw investering af. U kunt zelf kiezen welk risicoprofiel u wilt. Het gemiddelde rendement op beleggingen is – ook bij een zeer defensief en dus voorzichtig profiel – hoger dan de spaarrente. Om risico’s te beperken wordt vaak gekozen voor gespreid beleggen, waarbij u in een aantal aandelen- en obligatiefondsen tegelijk investeert. 

Heeft u niet zoveel tijd of wilt u uw belegging liever door een professional laten doen? Beleg dan in beleggingsfondsen. Een fondsmanager beheert dan uw beleggingen. Beleggen gaat niet altijd om grote bedragen. U kunt al beleggen met een inleg van bijvoorbeeld € 50,- per maand. U bepaalt zelf wat u maandelijks of eenmalig kunt missen. 

Lukt het niet om het volledige benodigde bedrag vóór de studietijd bij elkaar te krijgen? Uw kind kan dan studiefinanciering krijgen via de overheid. De rente op een studielening ligt momenteel op 0%, en studenten krijgen 35 jaar de tijd om deze schuld terug te betalen. Alleen wie voldoende inkomsten heeft, betaalt terug. Natuurlijk is het wel belangrijk de lening niet onnodig op te laten lopen.

Maak eerst samen met uw kind een begroting voor de komende periode. Wat heeft uw kind allemaal nodig, waar gaat hij het geld aan uitgeven en wat komt er binnen? Zo ziet u meteen of er bij geleend zou moeten worden en kunt u uw kind helpen of adviseren als er iets misgaat in het uitgavenpatroon.

Zowel ouders als kinderen hebben vaak recht op verschillende toeslagen, zoals zorgtoeslag en – wanneer het kind een zelfstandige woning huurt – huurtoeslag. De hoogte van de maximale zorgtoeslag varieert per jaar, maar ligt tegen de € 100,- per maand voor alleenstaanden.

Stimuleer uw kind een bijbaan te vinden. Gemiddeld verdienen mannelijke studenten ongeveer € 368,- per maand bij en vrouwelijke € 298,- (Bron: Nibud). Dat zou uw kind dus ook kunnen doen. Zo leren kinderen ook de waarde van geld wanneer ze zelf iets moet bijleggen.

Zorg ervoor dat uw kind tijdig belastingaangifte doet. Mogelijk krijgt hij of zij geld terug. Dit is vaak zo als het kind een bijbaan heeft of zelf de kosten voor studieboeken heeft betaald.

Probeer grotere uitgaven te beperken. Dit kan onder andere door tweedehands meubelen en andere spullen te kopen in plaats van nieuwe.

Door uw kind het eerste jaar thuis te laten wonen bespaart u al snel € 350,- huur per maand, en dat is € 4.200,- per jaar. Dat is een flinke besparing en het geeft uw kind ook nog een jaar extra de tijd om bij te sparen voor de komende studiejaren als hij wel op kamers woont en hogere lasten heeft.