Pensioen en trouwen

Sinds 1 januari 2018 trouw je standaard in beperkte gemeenschap van goederen. Heb je bijvoorbeeld vermogen of schulden opgebouwd voor het huwelijk? Dan blijft dit van jou. Bij een scheiding of overlijden worden deze niet verdeeld. Dit geldt ook voor erfenissen en schenkingen. Wat je tijdens het huwelijk opbouwt valt wel in de gemeenschap van goederen en moet je bij echtscheiding of overlijden verdelen. 

Je kunt ook kiezen voor trouwen in volledige gemeenschap van goederen of onder huwelijkse voorwaarden. Deze voorwaarden leg je vast bij de notaris.

In de meeste pensioenregelingen is nabestaandenpensioen opgenomen. Je partner en jij hebben recht op partnerpensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Dat komt omdat je bij een huwelijk automatisch elkaars erfgenaam bent. Als je dit niet wilt of anders wilt regelen, is het belangrijk om een testament op te stellen bij de notaris. Je checkt of er een nabestaandenpensioen is geregeld in de pensioenregeling op Mijnpensioenoverzicht.nl .

Als je gaat trouwen na je AOW-leeftijd, heeft dat mogelijk gevolgen voor je pensioen. Zo kan de hoogte van je AOW-uitkering veranderen. Het heeft geen gevolgen voor de uitkering van het door jou opgebouwde ouderdomspensioen.

Woon je vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap al samen op hetzelfde adres? Dan verandert er niets. Woon je ieder echter nog op een eigen adres? Dan verandert er wel degelijk iets. Je AOW-uitkering verandert dan van een ongehuwdenpensioen naar een gehuwdenpensioen. Dat betekent dat je AOW-uitkering lager wordt. Het ongehuwdenpensioen is 70% van het netto minimumloon, het gehuwdenpensioen is 50% van het netto minimumloon.

Het maakt daarbij niet uit of je nieuwe partner al dan niet de AOW-leeftijd bereikt heeft. In beide gevallen krijg je het gehuwdenpensioen. Als je partner ook al AOW heeft, krijg je ieder 50% van het netto minimumloon en dus samen 100% van het netto minimumloon.

Naast de AOW-uitkering heb je in veel gevallen ouderdomspensioen opgebouwd via je werkgever(s). Dit pensioen ontvang je vanaf je pensioendatum. De hoogte van deze pensioenuitkering blijft gelijk als je na je pensioendatum trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat.

Hetzelfde geldt voor aanvullend pensioen dat je zelf hebt opgebouwd. De uitkering van aanvullend pensioen kun je nog wel even uitstellen, om zo meer aanvullend vermogen op te bouwen. Je mag het tot uiterlijk vijf jaar uitstellen na het jaar waarin je je AOW-leeftijd bereikt.

In de meeste pensioenregelingen is een nabestaandenpensioen of partnerpensioen opgenomen. Dat is een uitkering voor de partner van degene die via de werkgever(s) ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Maar let op: dit partnerpensioen geldt niet als je na het bereiken van je AOW-leeftijd bent getrouwd. In dat geval krijgt je nieuwe partner dus geen uitkering na je overlijden.

Ben je met vervroegd pensioen gegaan en ga je trouwen vóór je je AOW-leeftijd bereikt? Dan komt je partner mogelijk wel voor nabestaandenpensioen in aanmerking.

Eventueel aanvullend pensioen dat je zelf hebt opgebouwd komt na je overlijden vaak wel toe aan de nieuwe gehuwde partner. Dat is afhankelijk van hoe het bij het huwelijk en of bij testament is geregeld. Regel dit zo nodig via de notaris.

Ontvang je nabestaandenpensioen van een overleden eerdere partner? Dit vervalt als je zelf komt te overlijden en komt dus niet ten goede aan je nieuwe partner.

De verdeling van het pensioen bij echtscheiding is wettelijk geregeld. In de huwelijkse voorwaarden bepaal je of je het pensioen bij echtscheiding anders wilt verdelen dan in de wet is vastgelegd. Dat geldt zowel voor het pensioen dat je via een werkgever opbouwt als voor pensioen dat je zelf regelt bij een bank of verzekeraar. Denk hier juist vóór het begin van het huwelijk goed over na. En bespreek de mogelijkheden met je notaris.